Een beetje vriendschap
De grote wereld ligt bij ons op de stoep.
Als je je inzet voor vluchtelingen komt die grote wereld, waar ons dagelijks journaal ons over bericht, opeens heel dichtbij. In de ontmoeting met vluchtelingen hoor je verhalen die je nooit zou horen als je toerist bent in een ver land. Het zijn persoonlijke verhalen over ingrijpende gebeurtenissen.
´Dus u bent ook in zo´n bootje overgestoken?´.
´Ja´.
´Was u bang?´
´Ja´.
Een vluchteling laat een paar foto´s zien: ´Dit was de bus waar ik dagelijks mee reed´. Daarna een foto van een ingestort huis: ´Dit was mijn woning´.
Vluchten doe je pas als alle mogelijkheden om te blijven zijn afgesneden.
Het belangrijkste van het bijstaan van vluchtelingen, vind ik, het bieden van een beetje vriendschap. Vreemdelingen die hier asiel hebben aangevraagd moeten vanuit het niets beginnen. Het maakt niet uit of je ondernemer bent geweest of een bekende politieke activist – in België moet je vanaf nul opnieuw beginnen. Het is mentaal heel moeilijk om te ervaren dat niemand op je zit te wachten. Asielzoekers hebben loketten en lotgenoten. Er zijn professionals die hen helpen met het invullen van formulieren. En er zijn lotgenoten, waar ze een sterke band mee opbouwen. Probleem is alleen dat lotgenoten in hetzelfde schuitje zitten en evenmin thuis zijn in het reilen en zeilen van dit land.
Maatje worden van een vluchteling is dus heel waardevol.
Ik wou graag “iets”doen, maar wat...?
Toen ik een aantal jaar geleden een artikel las over vluchtelingen, gestrand in ons land, kreeg ik heel sterk het gevoel “iets” te willen doen. Maar wat? Soep brengen naar Brussel, kleding inzamelen of ergens taallessen geven?
Tot een collega mij in contact bracht met de buddy-werking van Halle.
Sindsdien draai ik bijna 2 jaar mee in die buddy-werking en dat is het “iets” dat bij mij past: heel concreet, zonder veel bla-bla, enkele vluchtelingen helpen bij heel wat kleine dingen die voor ons gewoon zijn omdat wij een sociaal netwerk hebben waarop we kunnen terugvallen…
Eens babysitten, samen naar het oudercontact, helpen bij praktische dingen zoals betalingen, formulieren invullen, een telefoontje naar de huisbaas omdat iets stuk is, uitleg geven bij schooltaken, open en gesloten lettergreep uitleggen, samen zoeken naar tweedehands meubels, duiden van gekke kantjes van onze Belgische samenleving, gewoon eens samen pannenkoeken gaan eten of je eigen interesses met hun delen.
Aanvankelijk had ik twijfels. Heb ik wel voldoende kennis om deze mensen te ondersteunen? Maar die vrees bleek al snel ongegrond. De buddy’s helpen elkaar met het uitwisselen van opgedane ervaringen. Voor zowel kleine als complexere vragen hoef ik maar een mailtje te sturen naar de OCMW-assistent, die steeds snel en met kennis van zaken antwoordt.
Mijn man zei onlangs tegen vrienden: “Nu onze zonen op eigen benen staan, heeft mijn vrouw een volledige familie geadopteerd”. Het was een liefdevol grapje, want ook hij weet hoeveel vriendschap en dankbaarheid we terugkrijgen, verhalen en wijsheden uit hun cultuur en regelmatig heerlijke gerechtjes uit hun thuisland.
Samen buddy zijn
Enkele van onze vluchtelingen worden ondersteund door meerdere buddy’s. Enkele vriend(inn)en die samen in de weer zijn voor eenzelfde gezin. Mooi om te zien hoe die elkaar aanvullen: de ene is sterk in huiswerkbegeleiding en andere schoolperikelen, de ander in het zoeken naar baby-artikelen voor de pasgeboren baby, nog een ander is meer thuis in administratie en/of het zoeken naar een gepaste woning…Het whatsapp- groepje van deze buddy’s draait op volle toeren.
Het belang van vrijwilligers naast professionals
Om eerlijk te zijn hebben wij als professionals altijd het gevoel te kort te schieten, dat is eigen aan de job. We hebben heel wat vluchtelingen te begeleiden en het aantal minuten dat we aan een gezin kunnen spenderen is beperkt. Er is de financiële en medische opvolging en dan zit de tijd er meestal wel op. En de relatie tussen ons en de vluchteling is er ook geen van gelijken. Het blijft onze job en zij zijn voor een aantal basisbehoeften van ons afhankelijk.
Daarom zijn vrijwilligers voor ons van zo’n groot belang. Nieuwkomers kennen de stad en de mensen niet en zonder de hulp van een 3e partij wordt die kloof moeilijk gedicht. Een vrijwilliger heeft soms tijd voor een goed gesprek van mens tot mens of om samen ergens heen te gaan. Vluchtelingen zoeken na hun aankomst hier ook rust terwijl wij, professionals, net heel veel van hen verwachten. Dat ze hun appartementjes netjes houden, dat ze regelmatig aanwezig zijn in de Nederlandse les, enz…
Mijn dankbaarheid naar de vrijwilligers is enorm, ook omdat hun engagement de kwaliteit van de begeleidingen een heel pak de hoogte jaagt. Het is van onschatbare waarde. En wat mij het meeste intrigeert is dat de verschillen tussen vrijwilligers even groot zijn als tussen vluchtelingen. Het gaat in de eerste plaats om menselijk contact. Het moet ook een beetje klikken tussen jou en je vluchteling, daarvoor bestaat geen draaiboek.
Bart Haerens
Medewerker vluchtelingen stad Halle
Wie is nu eigenlijk "de begunstigde"?
Elke dinsdag na ’t werk ga ik op de koffie (of thee) bij het gezin dat ik ondersteun. Heerlijke muntthee of groene thee met kardemon. Onze gesprekken beginnen echt wel te vlotten. Iedereen doet geweldig zijn best om het Nederlands onder de knie te krijgen, waardoor we ondertussen over onze dagdagelijkse bezigheden kunnen vertellen. Vaak komen er dan ook vragen over dingen die zij in België beleven, maar die wat duiding vragen.
Zo was er op een dinsdag een probleem met 2 betalingen aan de school. De betalingen waren uitgevoerd, maar de school bleef zeggen dat de rekeningen niet voldaan waren.
We zijn dan samen op zoek gegaan wat er fout was gelopen. Na even zoeken bleek dat ze de betalingen aan zichzelf gedaan hadden (ik wist niet eens dat het mogelijk was om iets over te schrijven van een rekening op dezelfde rekening)
Tijdens de uitleg wat nu precies “een begunstigde” is, hebben we in ieder geval goed gelachen.
Win-Win
Dit najaar hingen er aan onze appelbomen zoveel appelen dat wij het niet echt zagen zitten om ze alleen te plukken. We vroegen 2 gezinnen vluchtelingen of zij er zin in hadden om mee te komen plukken. Super gezellig was het, met een drankje en een hapje erbij. We plukten samen meer dan 300 kg appelen die wij lieten persen. Het appelsap hebben we daarna verdeeld onder de 3 gezinnen.
Onze appelen waren geplukt en zij hebben een jaar lang lekkere appelsap; in onze economisch gerichte samenleving heet dit: WIN-WIN.
Over kunst, koffie en een kwetsbaar vogeltje
Ik ontmoet Irina, Maher en hun dochter Haneen voor het eerst in de oude pastorie van Buizingen, waar zij een kamer toegewezen kregen in afwachting van hun verhuis naar een definitieve woonplek. Maher verwelkomt mij enthousiast en loodst mij meteen naar de keuken, waar Haneen met een klein lepeltje een trillend duivenjong voedert. Ze hebben het vogeltje op straat gevonden, ongetwijfeld uit een nest gevallen. Hun bekommernis voor het diertje ontroert me en doet mij hopen dat dit ontheemd gezinnetje, in hun nieuwe wereld, dezelfde zorgzaamheid mag ontvangen. Vandaag heb ik niet echt tijd om met hen nader kennis te maken; ik wil met Maher en Irina schildersmateriaal gaan kopen, nu er nog schoolpromoties lopen. Beiden zijn professionele kunstenaars en waren in Palestina actief als architect en kunstschilder. Kunstenaarsmateriaal is in België zeer prijzig en vanuit mijn ervaring in de artistieke wereld kan ik hen helpen bij hun zoektocht naar betaalbare producten. We raken al snel aan de praat over hedendaagse kunst, in Palestina en België, onze talrijke musea die ze willen ontdekken en over de organisatie van het kunstonderwijs blijken we een verschillende visie te hebben. Ik kijk al uit naar onze eerste koffieklets, volgende week in de gezellige leefruimte van de pastorie.